Ben jij een fervente wielrenner, dan is een beetje racefiets onderhoud jou niet onbekend. Je heb veel geld uitgegeven aan een mooie fiets en daar wil je zo lang mogelijk van genieten. Tijdens het onderhoud zorg je ervoor dat alles goed is afgesteld, zodat je zo snel mogelijk gaat tijdens je tocht! Los daarvan is de veiligheid de belangrijkste reden voor het racefiets onderhoud. Als je je racefiets niet regelmatig controleert dan wordt de fiets onbetrouwbaar. Voorkom dat je onderhoud gaat door versleten of slecht onderhouden remblokken. Lees je mee met ons stappenplan?
1. Racefiets schoonmaken
Je racefiets schoonmaken klinkt misschien logisch maar is van groot belang. Zeker als je zelf aan je fiets gaat sleutelen, want je wilt geen zand, modder of ander vuil in de vitale onderdelen hebben. Het makkelijkste is om na elke rit je racefiets schoon te spoelen. Dit zorgt ervoor dat zand of modder niet aankoekt. Schoonspoelen doe je eenvoudig met een tuinslang, als je maar geen harde straal gebruikt. Ook een hogedrukspuit is uit den boze, want dit is zeer slecht voor je lagers zijn.
Over het algemeen is een racefiets helemaal schoon na het afspoelen. Mocht dit toch niet genoeg zijn dan kan je met een lauw sopje en speciale fietsreiniger aan de slag. Als je de ketting en de drivechain goed schoonhoudt en onderhoud, optimaliseer je jouw fietsprestaties in een oogwenk. Is de ketting niet super vies, dan gebruik je een simpel sopje. Is de ketting juist wel heel smerig, dan is het aanbevolen om ketting ontvetter te gebruiken.
2. Racefiets ketting smeren
De racefiets ketting moet goed onderhouden worden en regelmatig ingesmeerd worden met speciale olie of wax. Doe het oliën of waxen van de fiets altijd de avond voor je fietstocht, zodat je de volgende ochtend de overtollige olie of wax verwijderen kan met een schone doek.
Er zijn verschillende soorten producten voor het smeren van de ketting van je racefiets. Zo zijn er oliën die voor natte omstandigheden zijn of juist voor droge omstandigheden. Het is verstandig om hier rekening mee te houden als je de olie of wax voor je ketting gaat kopen.
3. Racefiets controleren
Naast de ketting zijn er nog een aantal andere onderdelen van je racefiets die je bij regelmatig gebruik ook goed moet controleren. Dit zorgt ervoor dat je altijd veilig de weg op kan met je fiets.
3.1 Banden en wielen
Het is belangrijk dat je wielen recht zijn. Een slag in je wiel is niet goed voor je fiets en los de fietsenmaker zo voor je op. Als je velgremwielen hebt dan moet je ook de dikte van je velgen controleren, omdat deze in de loop der jaren slijten. Zodra de remrand hol en versleten is dan moet je je wielen vervangen.
Als je met de wielen bezig bent kan je ook meteen je banden controleren. Let op dat er voldoende profiel opzit en kijk of er geen steentjes of scheurtjes in zitten. Ook het controleren van het ventiel is verstandig. Als je beschadigingen hebt gezien is het verstandig om de binnen- en buitenband helemaal nalopen. Is de staat van de banden niet zo optimaal meer? Dan is het tijd voor een nieuwe set!
3.2 De remmen
De remmen zijn misschien wel het belangrijkste onderdeel van de onderhoudsbeurt van je racefiets. Het is van belang dat je ze vaak en zorgvuldig controleert, omdat slechte remmen zorgen voor ongelukken. Wanneer je velgremmen hebt is het belangrijk om de remblokjes van de racefiets goed te controleren. Haal het vuil en de aluminium schilfertjes uit de remblokjes. Let er ook op dat er geen beschadigingen zijn of dat de blokjes misschien wel te erg zijn versleten. Als dit het geval is dan moeten de blokjes vervangen worden.
Wanneer je schijfremmen hebt, zijn de blokken wat lastiger om te controleren. Als je de remblokjes van de velgremmen afhaalt kun je ze schoonmaken met remmenreiniger en eventueel lichtjes opschuren. Dit kan je ook doen met de remschijven zelf. Het is belangrijk dat je ze dan wel opnieuw ‘inremt’. Wanneer de schijfremmen te zompig aanvoelen dat moet er lucht uit de leidingen van de hydraulische remmen worden gehaald. Dit noem je ‘bleeden’. Je kan dit eenvoudig zelf doen als je het juiste materiaal hebt. Online bestel je eenvoudig verschillende setjes voor het ‘bleeden’.
3.3 De kabels
De kabels van zowel je remmen als versnellingen slijten aan de binnen- en buitenkant. Aan de buitenkant kan je het eenvoudig zien, wanneer het versleten is. De binnenkant is natuurlijk een stuk lastiger om te zien. Merk je dat remmen of schakelen een stuk zwaarder gaat dan normaal? Dit is een indicatie dat de coating aan de binnenkant van de kabel versleten is.
3.4 De cassette controleren
Het is lastig om te bepalen wanneer de cassette vervangen moet worden. Het controleren van de cassette, en bepalen of deze vervangen moet worden, kan worden gedaan met een simpele test. Volg daarvoor de volgende stappen:
- Knijp de achterrem in
- Zet druk op de pedalen
- Zorg dat de fiets in de meest gebruikte versnelling staat
- Beweegt de ketting op de cassette? Zo ja, dan moet de cassette vervangen worden
3.5 Kettingblad en derailleurwieltjes nalopen
Het nalopen van het kettingblad en de derailleurwieltjes is maar een klein klusje en zo gedaan. Als bij zowel het kettingblad als de derailleurwieltjes de tandjes te puntig zijn, dan is het tijd om deze te vervangen. Wil je de derailleur alleen afstellen? Dat lees je verderop!
3.6 Nalopen en vastdraaien
Als laatste moet je alle moertjes nalopen en vastdraaien waar nodig. Tijdens het fietsen kan het voorkomen dat moertjes langzaamaan losraken. Dit kan gerammel en meer tot gevolg hebben. Het is daarom verstandig om eens in de zoveel tijd alle moertjes na te lopen. Als je nieuwe onderdelen vastmaakt dan is het verstandig om montagepasta te gebruiken om gepiep en geknars te voorkomen. Daarbij helpt het in de toekomst om de onderdelen makkelijker los te maken.
3.7 Derailleur afstellen
Als je fiets derailleurversnellingen hebt, is de afstelling erg belangrijk. Dit zorgt ervoor dat je fiets soepel schakelt. Het soepel schakelen zorgt voor verhoogd fietsplezier. Het enige wat je nodig hebt is een schroevendraaier!
- Je begint met het afstellen van de achterderailleur. Allereerst moet je kijken of de derailleur nog recht onder de cassette staat. Het kan voorkomen dat de derailleur schuin staat omdat hij een tik heeft gehad. Dit zorgt ervoor je minder makkelijk schakelt. Bij het afstellen van de derailleur gebruik je de kabelspanning en de stelschroeven. De stelschroeven bepalen hoe ver de ketting naar binnen en buiten kan bewegen. En de kabelspanning bepaalt hoe snel je kan opschakelen.
- Vervolgens duw je de derailleur richting de spaken. Hierdoor kan je controleren of deze niet van het grootste tandwiel af kan lopen. Als dit wel kan gebeuren dan moet je de onderste stelschroef draaien. Draai deze net zo lang totdat de ketting soepel over het grootste tandwiel van de cassette loopt. Nu is het tijd om te kijken of de ketting soepel over de kleinste tandwiel loopt. Dit stel je bij door de bovenste stelschroef te draaien.
- Na de stelschroeven is het tijd om de kabelspanning te controleren. Draai aan de trapper, schakel en kijk of de ketting goed loopt. Begint altijd bij het kleinste tandwiel en schakel per versnelling op. Als de ketting niet naar het volgende tandwiel gaat dan is de kabelspanning te laag. Door de stelschroef aan de derailleur naar buiten te draaien voer je de spanning op. Doe dit net zolang tot de overgang wel soepel verloopt.
De voorderailleur stel je af door dezelfde stappen te doorlopen.
Nu weet je alles over het racefiets onderhoud en verleng je de levensduur van je fiets eenvoudig. Succes!
